Diederik Wienen over het Bonifatiusinstituut
Interview in SamenKerk
In de meest recente editie van bisdomblad SamenKerk staat een mooi interview door Jim Schilder met Diederik Wienen over het Bonifatiusinstituut aangevuld met getuigenissen van Gert Jan van der Wal en Monica Wildeboer.
Om een stap vooruit te maken
De zomer is een geschikte periode om te bedenken wat je in het nieuwe seizoen met je vrije tijd gaat doen. Een van de mogelijkheden is het verdiepen van je geloof. Dat kan via een zaterdagse studie aan het Theologisch instituut heilige Bonifatius bij Vogelenzang. Het instituut biedt diverse (theologische en liturgische) cursussen aan. De drempel is laag. En je zou er diaken of catechist mee kunnen worden.
Diederik Wienen windt er geen doekjes om. “De kans dat je met deze opleiding een betaalde baan krijgt, is heel klein. Daarover zijn we heel open.” Wienen is studieprefect van het Bonifatiusinstituut, het centrum voor kerkelijke opleidingen van ons bisdom, gevestigd in het voor- malige klooster De Tiltenberg bij Vogelenzang. De opleiding is in 1998 gestart om mensen op te leiden die op pastoraal gebied actief kunnen zijn in parochies, zegt Wienen. “De vraag daarnaar is sindsdien groter geworden omdat er steeds minder priesters worden opgeleid. Je kunt hier onbezoldigd diaken of catechist worden. Daarnaast richten we ons op mensen die zoeken naar verdieping van hun geloof door middel van theologische kennis. Daaraan blijkt een grote behoefte. De helft tot driekwart van de studenten komen om die reden hier studeren. Opvallend: een groot deel van die groep is nog maar kort katholiek. Men vindt hier behalve onderwijs ook een soort gemeenschap, wat in parochies ook door de vele reorganisaties voor nieuwkomers soms wat ingewikkeld is.”
De studiedagen zijn op zaterdag, en dus te volgen voor mensen met een baan. De dagen beginnen met een eucharistieviering. “Dat is een van de onderscheidende elementen van onze opleiding. Van belang vinden we een duidelijke band tussen geloof en theologie, onder andere door die viering, het getijdengebed en de stille dagen. Driekwart van de studenten neemt daar ook aan deel - daaruit blijkt wel dat ze dit belangrijk vinden.”
Het Bonifatiusinstituut telt zo’n zestig studenten. De opleiding is niet gratis, maar goedkoper dan de meeste alternatieven elders in het land. Studieprefect Diederik Wienen is bereikbaar via e-mail:
Een ‘studie theologie’ kan nogal zwaar klinken, maar een reden voor drempelvrees is er eigenlijk niet, meent Wienen. “Als iemand twijfelt, dan moet hij of zij gewoon even bellen of mailen om een afspraak te maken. Als ik in de eerste contacten de indruk krijg dat iemand nog heel weinig weet, dan adviseer ik vaak eerst een cursus te doen, bijvoorbeeld Verdieping van het katholieke geloof. Wil iemand toch graag meteen de minor-variant beginnen, dan hou ik ze niet tegen; er is ook geen minimumeis. Voor de major-variant moet je toelaatbaar zijn tot een Nederlandse universiteit; dat heeft te maken met de eisen van de Lateraanse universiteit waarmee wij zijn verbonden. Ook zonder dat niveau kun je de major volgen, maar zonder de mogelijkheid van een baccalaureaat. Je krijgt dan een diploma van het Bonifatiusinstituut; ook daarmee kun je een zending van de bisschop krijgen tot diaken of catechist. Tijdens de opleiding heb je een paar keer een gesprek met vicaris Gerard Bruggink, de liaison met de bisschop, om te peilen hoe je er in staat, wat de wensen of plannen zijn.”
Veel studenten hebben een baan, en dan kan het tempo van de major weleens moeilijk zijn, zegt Wienen. “Daar kunnen we in onderling overleg vaak iets aan doen. We proberen dan maatwerk te leveren. Je merkt trouwens ook dat studenten oog hebben voor elkaar: als iemand even ergens tegenaan loopt, wordt hij door anderen ‘meegenomen’. Ze kunnen natuurlijk ook bij mij terecht, maar een onderling netwerk is zeker zo goed.”
Jim Schilder
Gert Jan van der Wal (64), diaken
Ik was een trouw katholiek die wekelijks naar de kerk ging, maar daar bleef het wel bij. Een plotseling overlijden van mijn moeder heeft mij op de weg gezet naar levensvragen. De eerste stap was meer troost vinden en verdieping in mijn geloof. Dat heb ik gedaan door het volgen van een catechismuscursus. Daarna stond ik op een kruispunt: wilde ik verdergaan met een theologieopleiding of niet?
Bij toeval (als dat bestaat) zag ik op de website van het Bonifatiusinstituut dat er voor getrouwde mannen een opleiding tot diaken was. Ik heb toen eerst twee jaar de basisopleiding theologie (de minor) gedaan en daarna vijf jaar de major; die heb ik afgerond met een scriptie en het baccalaureaat. Op 13 november 2013 ben ik door mgr. Punt (bezoldigd) diaken gewijd. Het volgen van een theologieopleiding vergt wel een juiste afstemming met het thuisfront. De zwaarte van de major zit vooral in de combinatie studie/stage. Die vraagt een grote tijdsinvestering en geeft veel druk in de verhouding tussen privé, werk en studie. Discipline is noodzakelijk; door de week heb ik dagelijks twee uur per dag aan de studie besteed. De omgang met studiegenoten, het deelnemen aan de H. Mis, de gesprekken met de supervisor, de inbreng van de docenten en de manier van lesgeven – het waren steunpilaren in de verdieping van mijn geloof.
Tegen mensen die een studie aan het instituut overwegen, zou ik willen zeggen: je wordt opgenomen in een vreugdevolle, gelovige gemeenschap, met goede faciliteiten als een vast rooster zonder uitval, gemotiveerde docenten en een gezamenlijke lunch. Het gaat je lukken, met steun van God en van de Moeder van de Altijddurende Bijstand.
Gert Jan
Monica Wildeboer (55), catechist
Sinds mijn doop in 1993 ben ik altijd op zoek geweest. Ik heb allerlei cursussen gevolgd want ik wilde graag wat betekenen voor mijn geloofsgemeenschap. Eerst wilde ik parochieassistente worden, maar die functie werd afgeschaft. De opleiding tot pastoraal werker was in Amsterdam op doordeweekse dagen; voor mij als alleenstaande moeder met drie kinderen en een baan van dertig uur per week als gastvrouw in de pastorie van Schagen was dat niet haalbaar.
Toen kwam de catechistenopleiding op De Tiltenberg op mijn vrije zaterdag; dat was goed te regelen wat betreft oppas en meerijden. In september 2001 ben ik begonnen. Toen was er alleen nog maar een minor van drieënhalf jaar. Ik wilde graag een bezoldigde baan als catechist en daarvoor moest ik de (nieuwe) major doen; een ‘kopstudie’ van (toen) nog eens drieënhalf jaar. Ik heb er enorm van genoten, want alle vakken boeiden mij en ik voelde dat ik met deze opleiding mijn roeping en mijn diepe verlangens een plek kon gaan geven. Het was niet altijd makkelijk om de studie te doen naast werk en gezin, maar mijn kinderen (tieners in die tijd), mijn (niet-gelovige) ouders en mijn inmiddels gevonden partner en huidige echtgenoot, hebben mij altijd geholpen en gestimuleerd. Daar ben ik nog altijd dankbaar voor! Na de major heb ik nog het baccalaureaat gehaald.
In het begin, als ‘liberale nieuwekatholiek’, moest ik wel erg wennen aan al het ‘roomse’ en al die boordjes. Maar ik heb altijd mezelf kunnen blijven, met al mijn vragen en twijfels. Ik mocht de docenten en medestudenten graag, en ik heb veel steun gehad aan mijn spirituaal pater Wilkens en mijn docent en supervisor wijlen Frans Geels. De gezamenlijke gebedsmomenten en het samen eten waren altijd goed en gezellig! Inmiddels ben ik alweer heel wat jaren actief als bezoldigd catechist voor de regio Schagen. Ik werk samen met priesters en diakens van wie de meesten ook aan De Tiltenberg hun opleiding hebben gevolgd. Zo vervullen we samen wat in Vaticaan II wordt gezegd: “Voor de inplanting van de Kerk zijn verschillende charisma’s nodig, waaronder die van priester, diaken en catechist.”
Ik zou zeggen: geef het een kans, ga ervoor! Ik heb er nooit één dag spijt van gehad dat ik deze opleiding heb gedaan. Die heeft mij geholpen om (als vrouw) mijn plekje en mijn roeping te kunnen vinden binnen onze Kerk. Door alle verschillende vakken heb ik mogen ontdekken wat bij mij past en waar Onze Lieve Heer mij toe geroepen heeft!
Monica